Paul Hoogenboom

klarinet


 

Winter

 

Het bos staat als een feestpaleis,

een feest van wit op parelgrijs!

  De winter heeft als groot artiest,

elk takje rijmend afgebiesd;

elk blaadje kreeg een broze rand

van naaldjes, o zo elegant,

en dorre kruiden staan te pralen

in ’t ruige wit als ijskoralen.

 

de nevel en de vriesnacht bêi

die wrochtten als een witte sprei

van rilde kant, die gans het woud

omvademt en gevangen houdt!

Ik denk, dat wel geen mens begrijpt

hoe of een boom zó schoon berijpt

in één nacht raakt en al zijn twijgen

dat schitterwit kristalkleed krijgen…

 

O spreekt niet – spreek geen enkel woord!

Ik wil dat niets de stilte verstoort, -

ik wil wel uren zwijgend dwalen

door deze zilverlichte zalen…

 

 

            Kalix Berna 1950

            Voor Hilde Kl. die de sneeuw te mooi vond

            vond om er door te lopen.