Het Zwammetje
Ik vond een klein grijs zwammetje
plots in mijn Clivia-pot,
een hoedje op een stammetje,
dat wies verbazend vlot.
Een erwtgroot gezwelletje
in ’t eerst nog zonder steel,
werd ’t vlug een pittig belletje,
fijn parelgrijs met geel.
Tenslotte had dit bolletje,
tot paddestoel gedijd,
gelijk een parasolletje
zijn hoedje uitgespreid.
Zeg – grijsgerokt gevalletje,
hoe kwam je toch zo zot
om op míjn piedestalletje
te kruipen in mijn pot?
En zeg ‘ns, klein fijn zwammetje,
hoe lang nog duurt dit feest?
Wanneer zijn ook jouw stammetje
en hoedj’ er weer geweest?
Wel – daags erna was ’t prulletje
met hoed en voet vergaan..
Ik heb sindsdien in pulletje
noch pot een zwam zien staan!
1950 , Voor Babs Tieleman