De drie berken.
Als drie bruiden, staan roerloos mijn drie berijpte berken
te wachten.
Ze zijn niet jong meer, maar de rijp, geeft aan hun rijpheid een
nog groter charme.
Met een onuitputtelijk geduld, penseelde op een nacht een kunstenaar
takje voor takje.
Die kanten sluiers, die in elkaar grijpen, van die vrouwen die wachten
op hun geleifde.
Toen ik hem zo zag staan, naast mijn drie bruiden
dacht ik:
Wie van de drie zal hij omhelzen, en hij koos
de kleinste
Maar de middelste en de grote, zullem hem in al hun pracht en pralendheid
blijven volgen. En dit zal hun lot zijn,
Elke morgen, als ik mijn gordijn terugsla, staan ze daar nog
voor mijn raam.
Roerloos, onaantastbaar en schoon....
Ze maken me blij en verdrietig tegelijk
Hun schoonheid is zo vergankelijk hun wachten tevergeefs....
.......maar straks wordt het weer lente.
-----------------
Jij, die met mij deze schoonheid onderdvond,
zal dan, als de dooi zijn werk gedaan heeft
dit lezen, als een 'onwerkelijkheid'.
------------------